Hij streelde zachtjes door mijn haar terwijl ik naar buiten lag te staren. ‘Waar denk je aan?’ ‘Niets,’ zei ik.
En alle mannen weten dat als je vrouw niets hoort zeggen, er genoeg aan de hand is. ‘Vertel het mij. Ik luister.’
Er was nog nooit iemand in mijn leven geweest die zó kon luisteren als hij. Er was nog nooit iemand geweest die zo oordeelloos kon zijn als hem.
Die niet direct zijn eigen waarheid wilde plakken op mijn realiteit en de oplossing klaar had.
Mijn ziel die zich voor het eerst volledig opende bij een andere ziel. Zo puur.
Met een wervelwind aan emoties vertelde ik hem hoe ik mijzelf écht voelde.
Dat ik mezelf verafschuwde, omdat ik soms niet het voorbeeld ben dat ik wil zijn.
Dat ik kritisch en streng was over waar ik stond en waar ik diende te zijn.
Dat ik niet écht trots kon zijn, want mijn leven voelde als een opeenstapeling van toevalligheden waar ik geen invloed op had.
Ik barste in tranen uit en liet de strijdbijl eindelijk los door zijn pure aanwezigheid. Zolang voelde mijn leven als een strijd.
Een strijd om de strijd, niet omdat er iets te winnen viel.
En daar was zijn antwoord. Liefde.
Iemand die mij niet afwees, om wie ik werkelijk was en alle imperfecties die ik meedraag in dit leven.
De spiegel die mij liet kijken naar mijzelf en gebroken, gekwetste en verwoeste hart door zwarte gebeurtenissen in mijn leven.
En nog mooier. Hij spiegelde mij de onvoorwaardelijke liefde die er altijd is. Door te zijn.
Liefde is in ons. Het is de vraag of wij liefde gespiegeld krijgen en kunnen toelaten. Het is een keuze, elke dag opnieuw. Kies liefde en het kiest jou. Altijd.